Speech van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Margo Vliegenthart, ter gelegenheid van de opening van de manifestatie Drempels weg op 28 maart 2001 in de Jaarbeurs te Utrecht. Dames en heren, In uw programmaboekje is melding gemaakt van een opening door premier Wim Kok. Hij kon hier helaas niet aanwezig zijn. Hij is wel zeer betrokken bij het onderwerp van vandaag. Dit verhaal is met hem doorgesproken. Het is dan ook mede namens Wim Kok dat ik dit verhaal houd. Iedereen die nu pas met het internet in aanraking komt, begint met een achterstand. Het valt voor veel mensen niet mee, dat surfen op internet. Maar het is te leren. Ik ben blij dat ik weet hoe het werkt. De mogelijkheden die computer en internet bieden zijn enorm. Als ik naar een concert wil, bestel ik tegenwoordig kaartjes via internet. En wil je wat weten over een bepaald onderwerp, dan vind je op internet altijd wel een site met bruikbare informatie. Steeds meer mensen zien het nut van internet in. Circa 40% van de huishoudens in Nederland heeft toegang tot het internet. De groei van het medium is ongekend. Mensen gebruiken het niet alleen om met elkaar te communiceren, of informatie te delen, maar ook om handel te drijven. Een kwart van de volwassenen in Nederland oriënteert zich via internet op de aankoop van een product. Bijna de helft van deze groep koopt daadwerkelijk al on-line. Kenners zeggen dat volgend jaar een kwart van de publieke dienstverlening langs elektronische weg wordt afgehandeld. Kortom, er valt steeds meer te doen en te halen op het internet. Het gaat vandaag de hele dag over internet en de mogelijkheden die het biedt voor gehandicapten. Internet is uiteindelijk een middel. Het doel is de volledige maatschappelijke integratie van gehandicapten in de maatschappij. Mensen met een beperking moeten in staat zijn als volwaardige burgers te kunnen functioneren. We willen toe naar een samenleving waarin gehandicapten niet meer in een apart hokje worden weggestopt. Dat is goed voor hen zelf en dat is goed voor de samenleving. Ook overheden, bedrijven en instellingen hebben er belang bij dat gehandicapten bij hen in beeld komen: als klant, als werknemer, als ondernemer. We moeten de kloof dichten, de kloof in de digitale wereld en uiteindelijk ook de kloof in de echte wereld. Ik ben daar optimistisch over, mits we alle mogelijkheden in volle vaart weten te benutten. En technologie en Internet bieden veel kansen voor communicatie. Het brengt de maatschappij dichterbij. Doven bijvoorbeeld kunnen zonder tolk communiceren via de e-mail of via de chat-box. Blinden kunnen via een braillelezer over een zee van informatie beschikken. Mensen met een lichamelijke handicap kunnen via internet gebruik maken van diensten, wat hen letterlijk heel wat drempels scheelt. Mensen met een verstandelijke handicap kunnen informatie in eigen tempo tot zich nemen. Toch is het niet alleen goud wat er blinkt. De praktijk leert dat het ook een bron van ergernis en frustraties kan zijn. Het begint al bij het gebruik van de muis en het toetsenbord. Die zijn niet altijd even handig. Gelukkig bieden hulpmiddelen daarvoor meestal wel een oplossing. Dat kunt u vandaag op deze manifestatie zelf beoordelen. Het grootste probleem is toch wel het surfen op het internet. Veel sites blijken slecht toegankelijk te zijn voor gebruikers met een handicap. Deze digitale drempels moeten we slechten. Ik geef u twee voorbeelden van problemen die veel voorkomen. Internet wordt steeds flitsender en verschiet steeds heftiger van kleur. Zo trekt het de aandacht van de bezoeker. Mensen met epilepsie zijn er niet blij mee. Zij kunnen namelijk aanvallen krijgen van te veel flitsen per seconde. Ook voor mensen met concentratiestoornissen is een flitsende site geen onverdeeld genoegen. Nog een voorbeeld: Internetsites zijn niet statisch meer. Er wordt steeds vaker gebruik gemaakt van beelden en geluiden op een site. Op zich goed, want dat maakt het aanbod op het internet aantrekkelijker. Maar niet voor mensen met een handicap. Wat moet iemand die blind is, met bewegende iconen? Wat moet iemand die doof is met een gesproken tekst? Niets. Die mensen werken met een brailleleesregel of spraaksyntheseapparaat. Ze hebben een tekstuele beschrijving nodig. Ook mensen met een verstandelijke handicap en vele anderen zijn geholpen met een aanvullende tekst. Een toelichting maakt het voor hen makkelijker te begrijpen wat er met het betreffende beeld of geluid wordt bedoeld. Maar weinig mensen weten dat internet slecht toegankelijk is voor mensen met een handicap. Er zijn internationale richtlijnen die gelden het toegankelijk bouwen van internetsites. Dat zijn richtlijnen die door het World Wide Web Consortium zijn ontwikkeld. Helaas is nog lang niet iedereen zich van het bestaan van die richtlijnen bewust. Vandaag zal nog lang en breed over die richtlijnen van het World Wide Web Consortium worden gespro-ken. Voor mij staat vast dat die richtlijnen moeten worden toegepast. Openbare gebouwen overal ter wereld moeten toegankelijk zijn voor gehandicapten, waarom zou dat niet voor belangrijke sites in de virtuele wereld gelden? De overheden in de Verenigde Staten, Canada en Australië hebben gelukkig al het goede voorbeeld gegeven. In die landen moeten internetsites van de overheid voldoen aan de richtlijnen van het World Wide Web Consortium. Verder moet er voor iedere internetsite van de overheid een plan komen, waarin staat hoe de site in de toekomst toegankelijk blijft voor iedereen. Dames en heren, het is de hoogste tijd dat ook in Nederland de knop om gaat. De overheid neemt daartoe het voortouw. Dat is nodig ook, want de tijd dringt. De Europese Raad wil omstreeks 2003 een algemene elektronische toegang tot de meest belangrijke overheidsdiensten. Nederland wil daar graag aan voldoen. Vandaag staan we aan het begin van een campagne die tot doel heeft het internet beter toegankelijk te maken voor mensen met een handicap. Ik ben het project Drempels Weg gestart. Dat project wordt eigenlijk alle ministerie van harte gesteund. De internetsite van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de sites van alle andere ministeries zullen zo spoedig mogelijk voldoen aan de richtlijnen waar ik het zojuist over had. En, aan het eind van de dag zal een groot aantal partijen zich verplichten om toegankelijke websites te bouwen. Daaronder bevinden zich naast al die departementen ook marktleiders, zoals Ilse, KPN en de NS. Laat deze kopgroep een voorbeeld zijn voor velen. Dames en heren, de campagne Drempels Weg geeft het woord aan gehandicapten zelf. Heel goed! Want zij zijn het die op de drempels van internet stuiten en zij kunnen dus het beste vertellen wat ze nodig hebben. Ik heb op 21 maart vier ambassadeurs benoemd. Het gaat hier om vier ervaren internetgebruikers met een handicap. Zij zullen de doelstellingen van Drempels Weg voor het voetlicht brengen, bedrijven en overheden aanmanen tot actie. Ook gaan ze andere gehandicapten stimuleren om van internet gebruik te maken. Verder zullen ze mij adviseren over de voortgang van Drempels Weg. Ik vraag hen hier om ook mij op de hoogte te houden van de vorderingen van de campagne. Graag stel ik de vier net benoemde ambassadeurs aan u voor.